1/21/2018 0 Reacties Bali deel 2 UbudNa ons vetrek uit Legian (Lees hier ‘deel 1 Vliegreis en Legian') vervolgen we op dag 4 om 10:00 uur onze reis naar Ubud. Hier hebben we enorm naar uitgekeken. Ubud is het centrum, het hart van Bali. Het gezellige (drukke) centrum van Bali wordt omringd door rijstvelden en prachtige natuur. Er is hier veel te doen en zoals je waarschijnlijk al vermoedt is Ubud ook best wel groot – dit merken we vooral later; verderop kom ik hierop terug. Tanah Merah Resort Wij hadden de hotels thuis al geboekt, maar dit is eigenlijk niet nodig. Het hotel dat we geboekt hadden bevindt zich een stukje rijden van het centrum. Het is wat hoger gelegen en kijkt uit op een vallei van tropische bomen (die optrekt uit een water dat we beneden horen stromen). Onze kamer ziet er spektaculair uit. Het lijkt wel alsof we onze eigen tempel hebben. We hebben een prachtig uitzicht vanaf onze loungehoek op de vallei en onderaan een trapje bij onze kamer bevindt zich een soort van privé zwembadje. Het hotel is namelijk niet erg groot en heeft maar een paar appartementjes die op een klein afstandje van elkaar staan. Jammer dat er in de avond geen vertier is in het hotel. Wij drinken graag nog gezellig ergens een drankje, maar die mogelijkheid was hier niet echt. Het is zo kleinschalig en de bar/restaurant – als het al echt gebruikt wordt – sloot om 21:30 uur. Ook de Wifi was in het resort niet erg goed. Gelukkig is er genoeg te doen in Ubud, maar het is handig als je van tevoren weet dat je niet te vroeg terug naar het hotel moet keren. Wil je rust? Dan zit je hier goed. Anders raden we je aan toch iets dichter bij het centrum te gaan zitten. Ubud centrum Om van het hotel naar het centrum te komen zal je een auto moeten gebruiken. Het resort heeft een shuttle service. Hiermee kun je tot 18:00 uur naar het centrum van Ubud gebracht worden. We maken hier in de middag gebruik van en lopen ’s avonds door Ubud. Het is ongeveer rond 19:00 uur donker in Bali, maar daar raak je in principe zo aan gewend. We hebben wat rond gelopen en besluiten terug te lopen richting de plek waar we met de shuttlebus afgezet zijn. We lopen hier restaurant ‘Nomad’ binnen en bestellen een bucket Bintang (oeps onzelf overschat) en een Bami Goreng. Je wordt hier leuk ontvangen, het zat er tijdens ons verblijf iedere avond stamp vol en je kan er vanalles bestellen van de Balinese keuken tot hamburgers. We hebben hier meerdere keren tijdens ons verblijf heerlijk gegeten. Aanrader dus. De shuttleservice vanuit ons hotel is enkel een brengservice. Als je terug wilt naar het hotel kun je een taxi nemen. Het vinden van een taxi is niet erg moeilijk, want de chauffeurs zitten langs de weg met een bordje waarop ‘taxi’ staat of ze vragen of je een taxi nodig hebt als je er voorbij loopt. Dat laatste overkomt ons. Het is ongeveer een ritje van 15 minuten terug naar het hotel. In die tussentijd vraagt onze chauffeur hoe lang we blijven en wat we willen zien in Bali. Vooraf hadden we een planning gemaakt met dingen die we eventueel wel zouden willen zien. Ik had hierbij de afstanden en de tijdsduur bij gezet vanaf ons hotel. De chauffeur komt ons graag ophalen om ons zo veel mogelijk te laten zien van de bezienswaardigheden op ons lijst. Zo gezegd, zo gedaan. Hij pikt ons de dag erna op! Dag 5 Tegalalang rijstterrassen, Bali Pulina, Tirta Empul tempel en Gnung Kawi tempel Tegalalang rijstterrassen Om 10:00 uur vertrekken we richting de Tegalalang rijstterassen. Eenmaal daar aangekomen vond ik het verrassend om te zien dat de beroemde Tegalalang rijstterassen gewoon langs de weg liggen. Vanwege haar mooie vorm vond ik het een overweldigend uitzicht. We waren nog redelijk vroeg, maar alleen loop je hier zeker niet rond. Het is ook al weer warm dus een flesje water (of twee) is geen overbodige luxe. We zijn helemaal tot aan de overkant gelopen, want ook het stukje dat nog achter de terrassen ligt dat je vanaf de weg kan zien schuilen zich nog een aantal mooie terrassen. Wat voor ons zo bijzonder is, is voor de mensen daar gewoon werk. Op verschillende terrassen wordt dan ook gewoon gewerkt. Bali Pulina Onze volgende stop is bij Bali Pulina. Dit ligt niet ver van de Tegalalang rijstterrassen. Het is een koffieplantage waar ze je laten zien hoe de koffie en andere locale kruiden gedroogd worden. Ook leggen ze het proces uit van het maken van de duurste koffie in de wereld, de Luwak koffie, ooit van gehoord? De civeskat houdt ervan om de koffiebonen te eten. Nadat de boon (in schelp) door het verteringsstelsel van de katachtige is gegaan – wat een lang en traag proces is vandaar de hoge prijs – poept hij de boon (in schelp) uit en worden de bonen gedroogd en gebrouwd tot koffie. Met een geweldig uitzicht op nog meer rijstvelden mag je gratis een aantal locale mengsels proeven. Tegen betaling kun je ook een kop Luwak koffie krijgen. Dit kostte 15.000 Rp (ca. 1 euro). We hebben hem geprobeerd, maar ik vond hem nu niet erg bijzonder. Het is een soort koffiepulp dat snel naar de bodem zakt, dus we hebben hem niet helemaal op gedronken. Je vraagt je af waarom dit – onsmakelijke proces – gebruikt wordt voor het maken van dure koffie. Tirta Empel tempel De Tirta Empel of ookwel het ‘Heilige Water’ genoemd is een tempel waar men een ‘bad’ kan nemen om je spiritueel of fysiek te renigen. Voor je de tempel kan betreden kun je een ticket kopen voor 15.000 Rp (ca. 1 euro) en je moet een sarong dragen. Deze kun je voor de tempel lenen. Het bad waarin men zich kan ‘reinigen’ wordt druk bezocht. Ook als toerist mag je erin. Je kan ergens speciale kleding halen om tot het bad te treden. Wij hebben er enkel wat foto’s geschoten en zijn toen verder door de tempel gelopen. De tempels van Bali zijn Hindoeïstische tempels. Ze kenmerken zich door rood of grijs steen en daken die gemaakt zijn van – lijkend op zwart riet – cocosnoten. In de tempel bevindt zich nog een vijver met koikarpers, een plek waar de locals kunnen bidden en een grote poel – uitziend als een vijver – waar je het water uit de grond ziet komen. Dit is een natuurlijke bron. Na dit bezoek rijden we door verder waarop onze chauffeur vraagt of we trek hebben. Het is inmiddels al 13:00 uur en besluiten daarom dat het een goed voorstel is. Hij zet ons af bij Warung de Koi. Een mooi resaurant met allemaal hutjes boven een vijver met koikarpers waarbij je uitkijkt op een aantal prachtige sawa’s. Een prachtige locatie dus voor een lunch waarbij we kiezen voor een Sota Ajam (kippensoep). Super lekker. Zowel de soep als ‘Warung de Koi’ zijn echt een aanrader! Gnung Kawi tempel We sluiten onze dag af met de Gnung Kawi. Ook hier heb je voor het betreden van sommige plekken in de tempel een sarong nodig. Gelukkig heb je voor de tempel een straat vol met winkeltjes die maar al te graag een sarong aan je verkopen. Vergeet niet af te dingen, want ze starten met een erg hoge prijs. Om bij de tempel te komen moet je eerst een hoop trappen aflopen. Bij de weg naar beneden kom je nog heel wat winkeltjes tegen en kun je tussendoor genieten van een mooi uitzicht over de sawa’s. De tempel is gelegen aan een water dat er dwars doorheen stroomt. De tempels zijn niet te vergelijken met die van bijvoorbeeld Thailand – die wij mooier vonden – maar de omgeving waar de tempels in Bali zich bevinden is echt prachtig en alleen dat maakt het al meer dan de moeite waard om er een aantal te bezoeken. De Gunung Kawi heeft aan beide kanten van de rivier een rots waar aan de ene zijde 4 beelden uitgehouwen zijn een aan de andere zijde 5 beelden uitgehouden zijn. De uitgehouden beelden zouden zijn gebouwd ter ere van Koning Anak Wungsu. Het is overigens ook tegen betaling mogelijk om een gids in handen te nemen bij de tempels of je moet een chauffeur hebben die ook bevoegd is als gids – dit hadden wij niet. Wij hebben bij deze tempels geen gids genomen wat achteraf misschien wel jammer is omdat ze je veel over de tempel kunnen vertellen. Daarnaast zie je in de tempel veel vrouwen die handwerk verrichten voor een van de vele ceremonies of festivals die in Bali plaats vinden. Terug aangekomen bij ons hotel spreken we direct af voor de volgende dag om richting het noorden te rijden. Dag 6 Jatiluwih rijstterassen, Ulun danu Bratan tempel en Gigit watervallen Jatiluwih rijstterrassen We worden deze ochtend om 9:00 uur opgehaald. Dit is best een stukje rijden, dus we kunnen maar beter op tijd vertrekken. De Jatiluwih rijstterassen, noord-westelijk gelegen vanaf Ubud zijn wat mij betreft echt een aanrader. Je kunt hier heerlijk wandelen door de gigantische rijstvelden, daar zijn we onder andere voor gekomen natuurlijk. Zo ver je kan kijken kun zie je hier rijstvelden. Met de ´Batukau´ berg op de achtergrond is dit werkelijk een sprookjesachtig beeld. Op de plantages wordt gewerkt door de locale bevolking. Het leuke is dat je verder bijna geen toeristen ziet. Je hoeft niet aan de kant voor toeristen, zoals bij de Tegalalang rijstvelden. Ulun Danu Bratan De Ulun Danu Bratan tempel ligt ook weer op een sprookjesachtige plek. In het water, het vulkaanmeer, met op de achtergrond de Bratan, de vulkaan. Ik was hier een plaatje van tegengekomen tijdens het samenstellen van onze reis. Ik las toen dat dit een van de meest gefotografeerde tempels is op Bali vanwege zijn plek. Ik wilde dit erg graag zien! In werkelijkheid had ik de tempel wel wat groter verwacht, maar toch is het een mooi gezicht. De tempel wordt nog omgeven door een soort tuin waar je doorheen kan lopen. Dit is niet erg spectaculair verder. Gitgit watervallen Met onze navigatie-app Maps.me (een app waarmee je offline kan navigeren, erg handig!) bekijken we waar we heen willen. Verder naar het noorden gelegen liggen er een aantal watervallen. Het was inmiddels al laat in de middag en onze gids vertelde dat de Sekumpel waterval nog wel een stukje lopen was vanaf de parkeerplaats. Hiervoor diende je een gids in de armen te slaan. Hier hadden we niet heel veel zin in dus zette we koers naar de Gitgit watervallen. Dit is een serie verschillende watervallen. Op de navigatie zagen we dat er naast de ‘twin waterfal’ nog een grotere waterval lag. Door het weggetje naar beneden te volgen – langs diverse winkeltjes – kom je bij een waterval die van een meter of 40 naar beneden stort. Het is niet erg druk. Slechts enkele toeristen die hier lopen, dus kun je mooie foto’s nemen en heb je de tijd om een mooi plekje te zoeken. Op weg terug naar boven stoppen we ook nog bij de Gigit twin waterval. We volgen de toeristen die ons leiden over een bruggetje naar rechts en vervolgens komen we bij één waterval uit. Het was wel mooi, maar was dit hem dan? Gelukkig komen we een Nederlands koppel tegen dat ons erop wijst voor het bruggetje naar links te gaan – ipv rechts zoals wij deden - om de Twin waterval te zien en eventueel te zwemmen. Maar goed dat we hier nog achter kwamen! Verscholen in een hoek zie je een waterval die haar naam dankt aan een opgesplitste waterval in twee vergelijkbare wateren die in een poeltjes naar beneden stort. In dit poeltje kun je een duik nemen. Helaas was het al laat en zijn we terug naar het hotel gereden waar we om 18:00 uur aankwamen. Dag 7 Crematie ceremonie, Ubud Ridge Walk en Monkey Forest We hebben deze dag een klein beetje uitgeslapen en sluiten aan bij het ontbijt. Er wordt ons medegedeeld dat er die middag een ceremonie zal plaats vinden om de hoek bij ons hotel waar we als toerist bij mogen zijn. De priester van de plaatselijke tempel is eerder die week overleden en wordt gecremeerd. Voor een heiligman wordt hier wordt een hele ceremonie aan geweid. Het is speciaal om hier bij te mogen zijn. Crematie ceremonie Een bijzonder ritueel om te mogen aanschouwen. De mensen van het dorp bouwen de hele week aan een baar waar het lichaam in witte doeken wordt gelegd en aan een koe waar het lichaam naar wordt overgedragen. Op de dag van de ceremonie loopt het hele dorp in speciale kledij en dragen ze allemaal offers naar de plaats waar de crematie plaats vindt terwijl er muziek klinkt. Bij de plaats wordt het lichaam uit de baar overgedragen naar de koe waar vervolgens een gasbrander onder wordt gelegd die de koe in vlam zet. Het verrassende is dat niemand verdriet heeft. Dit komt doordat men er gelooft in reïncarnatie. Dit was absoluut bijzonder om mee te maken. Capuhan Ridge Walk Wanneer je aan het einde van Ubudcentrum naar beneden loopt kom je bij het begin van de Campuhan Ridge Walk. Wij hadden verwacht hier door rijstvelden te kunnen lopen, maar naar ons inziens is dit enkel een doorgang om van de ene kant naar de andere kant te komen. De ‘walk’ begint met een vallei aan tropische bomen (bekend van foto’s), maar dan houdt het spectaculaire wat ons betreft op. Verder houden zich er wat hotels schuil en je ziet er wel wat rijstvelden. Daarom besluiten we om naar de Monkey Forest te lopen. Monkey Forest Het is echt een stuk langer lopen dan verwacht en dat laat maar weer zien hoe groot Ubud eigenlijk is met haar zijstraten. Monkey Forest staat bijna op de bucketlist van bijna iedereen die Bali bezoek. Wij vonden het erg toeristisch en hadden het niet persé op ons lijstje staan, maar hey zo kun je zeggen dat je er is geweest ben. Het best een gekke gewaarwording dat het apenbos middenin het centrum ligt. Het is een soort van tropisch oerwoud maar er zijn geen echte grenzen die de apen binnen houden, dus er kunnen wat apen voor de ingang of zelfs op de straat ziten! Eenmaal in Monkey Forest kun je banaantjes kopen en zie je mensen leuke foto’s maken met de aapjes. Helaas slaagde ik er niet in om een leuke foto te maken. De aapjes zijn slim en snel! Onze bananen waren dus zo weg haha. Dit was Ubud dus zo ver voor ons. In Bali deel 3, het laatste blog over onze reis door Bali lees je meer over onze avonturen in Candisa, Sanur en Nusa Lembogan.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |